Heilige natuur volgens de Rozenkruisers

Heilige natuur volgens de Rozenkruisers

Het idee dat God een kracht is – zoiets als de ‘The Force’ in de Star Wars-films – die alles doordrenkt en schept en dus ook in alles in de natuur is, inclusief onszelf, is in het Westen verloren geraakt. Dat komt doordat de christelijke God, anders dan bij andere, niet-Westerse religies, in plaats van een kracht een gestalte is geworden, ver van de wereld.

„De focus ligt niet bij de natuur. En dat heeft ons in staat gesteld om te doen wat we hebben gedaan met de natuur”, zei godsdienstwetenschapper Karen Armstrong onlangs in NRC over dat moderne, Westerse wereldbeeld. De groeiende klimaatcrisis is wat haar betreft mede een gevolg daarvan, legt ze uit in haar nieuwe boek Heilige Natuur.

Maar is dat zo? Zijn alle christenen het mythische idee kwijt dat alles doordrongen is van een goddelijke kracht, zoals in andere oude religies? Nee. Tenminste één groep westerse, religieuze vrijdenkers probeert al eeuwen dapper het mystieke idee te verkondigen dat alles in de natuur wél doordrongen is van een universele, goddelijke kracht. Dat zijn de Rozenkruisers.


Lees ook dit interview met Karen Armstrong: ‘Het leven is niet alleen maar zoetheid en vriendelijkheid, en de natuur ook niet’

Wie zij zijn, wat ze denken en wat hun invloed is, ook op kunstenaars van Mozart tot Mondriaan, is nu te zien in museum Embassy of the Free Mind (EFM) in Amsterdam op een expositie getiteld De Rozenkruisers Revolutie. Traditie en vernieuwing, met zo’n veertig boeken, prenten, documenten.

Joost Ritman

Het nieuwe museum dankt Amsterdam aan Joost Ritman (81). In 1957 kwam deze Amsterdamse zakenman als jonge man in aanraking met de manifesten van de Rozenkruisers. Hij werd er zo door gegrepen dat hij besloot zijn leven aan deze spirituele traditie te wijden. Hij begon er boeken over te verzamelen – dat groeide uit tot de Bibliotheca Philosophica Hermetica (BPH), een van de grootste collecties op dit gebied, met unieke werken. Ritman richtte een wetenschappelijk onderzoeksinstituut op dat de traditie bestudeert en hij liet het Corpus Hermeticum in het Nederlands vertalen.

In 2016 schonken Ritman en zijn vrouw zijn bibliotheek en instituut en het Amsterdamse Huis met de Hoofden aan de stichting het Wereldhart, waarin nu het vrijdenkersmuseum EFM is gevestigd.

Hermes

De Rozenkruizers zijn een christelijke vrijdenkersstroming die in zeventiende-eeuws Duitsland begon. Deze stroming draait om het mystieke idee dat iedereen en alles in het universum één is, en verbonden met elkaar, bezield door een goddelijke kracht, zoals ook in de oudere Oosterse religies die Karen Armstrong in haar boek beschrijft. In hun levensvisie namen ze nadrukkelijk iets op van buiten „het angstig donk’re blok van ’t Christendom”, zoals de dichter J.A. dèr Mouw het noemde. Dat was de leer van een oude mystieke Egyptische god, Thoth, die in de Renaissance bekend werd onder de naam Hermes de Driewerf Grote, of Hermes Trismegistos, zoals de Grieken hem noemden. Hij werd de Driewerf Grote genoemd omdat hij gezien werd als uitvinder van zowel de wetenschap (wiskunde, astrologie, alchemie) en de kunsten als de godsdienst. Hermes werd gaandeweg een wijze leermeester en zou ook de bijbelse Mozes onderwezen hebben. Hermes’ leer, 200 na Christus verzameld in het Corpus Hermeticum, werd nadat er in 1471 een Latijnse vertaling van uitkwam, tijdens de Renaissance als de oudste en beste bron van kennis gezien. Voor Hermes is alles wat in de mens is als microkosmos, ook in de macrokosmos. „Zo boven, zo beneden”. Alles in het universum is bezield met goddelijke kracht. Bijgevolg heeft ieder mens iets goddelijks in zich. Met dat goddelijke in jezelf kun je, door oefening langs die mystieke weg, los komen van het aardse, in contact met het eeuwige goddelijke. Een verlossing dus, door intuïtieve goddelijke kennis in jezelf (gnosis, Grieks voor kennis, noemen ze dat).

Dat is andere koek dan wat de christelijke kerken verkondigen, vooral strenge protestanten. Volgens hen is de mens een nietige aardse worm, zonder vrije wil, beladen met erfzonde en volledig overgeleverd aan Gods genade: ‘Sola gratia’. Voor Hermes heeft de mens wel een vrije wil en geen zondige natuur. (De Egyptische scheppende kracht is androgyn, man-vrouw ineen, en seks, man-vrouwvereniging, is een goddelijke viering daarvan).

Voor de Rozenkruisers is de mens in navolging van Hermes „een mondig wezen dat leeft in overeenstemming met de goddelijke natuur en dat door zijn daden de natuurlijke wereld kan helpen herstellen in zijn oorspronkelijke staat”, aldus het boek Goddelijke Wijsheid, Goddelijke natuur van de Embassy of the Free Mind.

Het goddelijke in de mens én in de natuur

Rond 1600, toen katholieken en protestanten in Duitsland elkaar op leven en dood bestreden, aan de vooravond van de Dertigjarige oorlog, was dat een hoopvol, revolutionair geluid. Een uitweg uit de crisis bieden, dat wilden de eerste Rozenkruisers, een groep protestantse vrijdenkers verbonden aan de universiteit van Tübingen.

Geheime Figuren der Rosenkreuzer, symboliek over de verbondenheid van alles, manuscript uit 1943, uit de Bibliotheca Philosophica Hermetica
Foto’s EFM

Zij schreven drie manifesten (op de expositie te zien), die tussen 1614 en 1616 in druk verschenen, om de wereld te verbeteren. Het was een spirituele heilsboodschap in donkere tijden, waarbij in 1604 ook nog een onheilspellende nieuwe ster (een ontplofte ster, een supernova) aan de hemel verschenen was. Nadrukkelijk pleitten de Rozenkruisers voor vrede, tolerantie en christelijke naastenliefde – voor iedereen. Als vrijdenkers zagen ze waar starre (religieuze) dogma’s toe leidden: godsdiensttwisten. Liefde en magie was hun antwoord.

Mysterieuze ridder

Ze verpakten hun boodschap in fictie, in een spannend verhaal over een mysterieuze middeleeuwse ridder genaamd Christiaan Rosenkreuz (Rozenkruis; die naam bevat al natuur + christendom-symboliek). Die had op reis in Egypte en Marokko oude wijsheid over wiskunde, magie, de kabbala, religie opgedaan.

We lezen in de manifesten dat „…de gehele grote wereld [als het ware] aanwezig is in een klein mens, wiens godsdienst, politiek, gezondheid, ledematen, natuur, taal, woorden en werken, alle in één klank en in een melodie harmoniëren met God, hemel en aarde.”

Om zijn kennis te delen, richtte ridder Rozenkruis de Broederschap van het Rozenkruis op. De schrijvers van de manifesten beweerden dat zij in het supernova-jaar 1604 het graf van de ridder geopend hadden, en wilden nu zijn kennis met de wereld delen. Hoe je tot hoger inzicht kon komen, alsof je door een geestelijk alchemistisch proces ging, werd in het slotdeel gegeven: Chymische Hochzeit – Het Chemisch Huwelijk.

De Rozenkruisers wilden behalve een spiritueel-christelijke revolutie ook de wetenschap vernieuwen. Op universiteiten werden toen overwegend klassieke boeken bestudeerd. De Rozenkruisers wilden juist dat de natuur onderzocht werd: daar was echte wijsheid en kennis te vinden. Bovendien wilden ze in lijn met de rebelse Zwitserse arts Paracelsus (1493-1541), die de Duitse Hermes genoemd werd, mensen gratis genezen. Paracelsus was een succesvol maar omstreden en opgejaagde arts. Hij bepleitte studie van de natuur, en hij gebruikte alchemie om uit planten geneesmiddelen te puren.

Ophef in heel Europa

De Rozenkruisers-manifesten zorgden voor ophef in Europa. Ze werden verketterd en bewonderd. In 1615 verscheen in Nederland al een vertaling. Het ideaal van de Rozenkruisers was dat in broederschappen van vrijdenkers nieuwe wetenschappelijke en spirituele inzichten, het innerlijk licht, besproken werden. Dat moest vaak in het geheim. Het Britse wetenschappelijk instituut The Royal Society, opgericht in 1660 komt waarschijnlijk voort uit zo’n geheim of ‘onzichtbaar’ Rozenkruisersgenootschap, volgens historica Frances Yates. De Rozenkruisers en hun spirituele, mystieke visie bleven door de eeuwen heen invloedrijk. De Vrijmetselaars, een verwante stroming, namen teksten van hen over. Rozenkruisers-ideeën inspireerden ook de Theosophical Society en het Antrosophische Gesellschaft, die rond 1900 werden opgericht.

In feite vormt het gedachtengoed dat de Rozenkruisers doorgaven, over de oude mystieke goddelijke kennis, de gnosis, de derde Europese cultuurstroom, naast de kerkelijke religie en de wetenschap. Die derde stroom is minder bekend, maar wel invloedrijk, volgens historicus Gilles Quispel. Vrijmetselaar Mozart componeerde de opera Die Zauberflöte over de Egyptische magische weg naar ‘het Licht’. Theosoof Mondriaan wilde met zijn kleurvlakschilderijen een hogere, universele harmonie verbeelden.

Voor deze Rozenkruisers-expositie zocht de EFM-stichting samenwerking met de Kloss Nederlandse Vrijmetselaarsbeweging. Zij hebben ook veel oorspronkelijke Rozenkruisers-publicaties in hun Haagse bibliotheek. Daarvan is in EFM nu een aantal te zien. En die bibliotheek van de ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’ werkt met de BPH samen aan een uitgebreide, gecombineerde Rozenkruisers-bibliografie.

Als in 2025 Amsterdam zijn 750-jarig bestaan viert, hoopt de EFM met verschillende musea samen een grote tentoonstelling te maken om te laten zien dat Amsterdam een stad was en is van vrijdenkers en spiritualiteit. Daarvoor heeft EFM cultureel programmeur Han Bakker, oud-directeur van de Dogtroep, in de arm genomen. Die werkt aan een grote tentoonstelling die moet laten zien wat de grote religies het Jodendom, de Islam en het Christendom verbindt. Wat je nu al in het klein op de expositie in de Embassy of the Free Mind kunt zien, zie je dan in het groot.

De Rozenkruisers Revolutie. Vernieuwing en traditie. Embassy of the Free Mind, Keizersgracht 123, Amsterdam. T/m 31 juli. Inl. embassyofthefreemind.com/nl

Nieuwsbrief
NRC Cultuurgids


Wat moet je deze week zien, horen of luisteren? Onze redacteuren recenseren en tippen

Een versie van
dit artikel
verscheen ook in

de krant
van 30 juni 2022